In gesprek met Dennis de Bruin over de opening van het Mediamuseum van Beeld & Geluid
In onze interviewreeks leren we graag van vakgenoten. Deze keer hebben we een wel heel bijzondere invalshoek: een museumopening. We vroegen Dennis de Bruin, Communicatieadviseur bij Beeld & Geluid, naar de lessen die hij geleerd heeft rondom de opening van het nieuwe Mediamuseum.
Het Mediamuseum heeft een volledige renovatie ondergaan. Het vorige museum opende de deuren in 2006. YouTube bestond toen net een paar maanden, de eerste iPhone moest nog gelanceerd worden en kranten werden nog gedrukt op broadsheet formaat. Er is dus nogal wat veranderd in medialand, en het vernieuwde museum is daar een reflectie van. Bezoekers volgen een gepersonaliseerde reis langs tientallen interactieve opstellingen, honderden uren aan beeldmateriaal en vele objecten uit de mediageschiedenis. We kregen een uitgebreide rondleiding van Dennis, en daarna was het tijd om hem te vragen naar zijn PR-werkzaamheden.
Wat doet Beeld & Geluid?
De meeste mensen kennen ons als Mediamuseum, gehuisvest in dat kleurrijke gebouw op het Hilversumse Media Park. Deze iconische locatie dient ook vaak als decor voor allerlei televisieprogramma’s. Zo wordt de Top 2000 bij ons opgenomen, maar we bieden bijvoorbeeld ook plaats aan het Actiecentrum tijdens Giro555 acties.
Toch is onze kerntaak het media-archief van Nederland beheren. We hebben vijf verdiepingen waar we zoveel mogelijk media-gerelateerd materiaal opslaan. Natuurlijk de Nederlandse radio- en televisiegeschiedenis, maar tegenwoordig ook games, podcasts en social media. Alles wat met media te maken heeft, wordt hier bewaard. Als mediamakers een fragment nodig hebben, komen ze dat hier bij ons opvragen.
Daarnaast organiseren we het hele jaar door evenementen. Workshops over mediawijsheid, gastcolleges door experts en natuurlijk de Dutch Media Week. Er gebeurt hier van alles en het is hartstikke boeiend daar onderdeel van uit te maken.
Hoe ben je bij Beeld & Geluid terecht gekomen?
Ik heb de opleiding Journalistiek gevolgd en ben daarna bij het ANP aan de slag gegaan als redacteur. Hard nieuws, hoge tijdsdruk en natuurlijk veel artikelen tikken. Een heel leerzame omgeving, maar na een paar jaar wilde ik me toch breder ontwikkelen. Ik heb me vervolgens 4 jaar met marketing, communicatie en CRM bezig gehouden bij de Hogeschool Windesheim, en ben in oktober 2022 bij Beeld en Geluid aan de slag gegaan. Samen met mijn collega Jennemiek Leijssen, Corporate Communicatiemanager, ben ik verantwoordelijk voor de PR. In aanloop naar de opening van het museum was er natuurlijk genoeg te doen.
Wat dan zoal?
Het opschonen en aanscherpen van perslijsten bijvoorbeeld. In mijn kennismakingsgesprek met Lynn, onze account manager bij Smart.pr, gaf ze mee dat het heel belangrijk is om te weten wie je nou eigenlijk benadert. We hadden tientallen perslijsten met daarin duizenden contacten. Waren die nou echt allemaal geïnteresseerd in wat wij ze stuurden? Ik ben door ons gehele adresboek gegaan en heb heel wat gearchiveerd. Vervolgens heb ik nieuwe, specifiekere lijsten gemaakt en ben ik in de database gedoken om deze lijsten te vullen. Een flinke klus, maar het werk betaalt zich uit: onze persberichten worden nu een stuk vaker overgenomen. We hebben inmiddels een sender reputation van 92.5% en daar ben ik hartstikke trots op.
“Het is vele malen beter om je persbericht gericht aan een klein maar geïnteresseerd publiek te sturen, dan op hoop van zegen honderden journalisten te benaderen.”
Speelt je journalistieke ervaring een rol?
Absoluut. Bij het ANP kwamen natuurlijk aan de lopende band persberichten binnen. Je wilt niet weten hoeveel berichten daarvan niet relevant zijn voor een redactie van een persbureau. Als je over elk wissewasje een persbericht stuurt, belanden je berichten binnen de kortste keren ongelezen in de prullenbak. Ook die ene keer dat je wel bijzonder en interessant nieuws te melden hebt! Ik heb het met eigen ogen gezien: het is vele malen beter om je persbericht gericht aan een klein maar geïnteresseerd publiek te sturen, dan op hoop van zegen honderden journalisten te benaderen.
Ook bij het schrijven en redigeren van persberichten helpt een journalistieke bril natuurlijk. Onderdeel van mijn functie is persberichten versturen namens verschillende medewerkers en afdelingen binnen Beeld & Geluid. Niet iedereen heeft goed helder wat het uiteindelijke doel van een persbericht is. Wie moet het gaan lezen? En wat moet er dus in naar voren komen? Soms krijg ik een tekst aangeleverd die heel veel informatie bevat, maar waarvan slechts een klein gedeelte relevant is voor journalisten. Het is aan mij om flink te snoeien, het nieuws vooraan te plaatsen en een aansprekende onderwerpregel te verzinnen. Als PR-verantwoordelijke help je je collega’s een brug te slaan naar de media: “dit is het nieuws, en om deze redenen is het belangrijk”.
En hoe pak je dat dan aan bij een museumopening?
6 weken van tevoren hebben we een eerste persbericht gestuurd. Deze was meteen zeer uitgebreid, met veel beeldmateriaal en uitleg over het museum. Na dit persbericht kwamen de persverzoeken direct op gang, en we wilden het liefste zoveel mogelijk pers op één gelijktijdig moment langs laten komen. Daarom organiseerden we de dag voor de officiële opening een middagopenstelling voor de pers.
De persmiddag was vooral voor de schrijvende media interessant. Zij konden in alle rust door het museum, en ter plekke spreken met bijvoorbeeld de hoofdredacteur, art director en directeur. De aanwezigen kregen alle ruimte voor een goede publicatie, en daar zijn we dan ook rijkelijk voor beloond. In de openingsweek waren we overal wel te lezen, te zien en te horen. Van interviews op radio en TV tot mooie publicaties in de weekendkranten en online.
Op 8 februari vond de officiële opening plaats. Deze ging gepaard met een gala-avond, en zo’n evenement gaat er natuurlijk een stuk hectischer aan toe. Op deze avonden waren de genodigden voornamelijk BN’ers, relaties uit de museumwereld en andere zakelijke relaties. Daar pas je je persuitnodigingen en werkwijze natuurlijk op aan. Zo kwamen Shownieuws en RTL Boulevard langs om te filmen, en die willen natuurlijk bekende mensen voor de camera krijgen. Op zo’n avond is mijn taak vooral de pers ontvangen, begeleiden en wijzen op interessante gasten en momenten.
Wat waren de grootste uitdagingen rondom de opening?
Naar aanleiding van de persberichten kwamen er heel wat interviewverzoeken binnen. Veel hiervan waren voor onze directeur, Eppo van Nispen, en de bekende Nederlanders die een bijdrage aan het museum hebben geleverd. Hartstikke leuk en goed voor de aandacht, maar we wilden graag meer kanten van het museum belichten. Bij elk medium hebben we ons afgevraagd: “wie kunnen we hier het beste naar voren schuiven? Wie past er bij deze titel qua persoonlijkheid en boodschap?” Hiermee hebben we voorkomen dat in elke publicatie hetzelfde verhaal werd verteld. Onze hoofdredacteur in de VPRO gids vertelde bijvoorbeeld echt een ander verhaal dan onze manager museum bij RTV NH en de NOS.
Bij dit spel rondom gasten naar voren schuiven komt natuurlijk ook Hilversumse politiek om de hoek kijken. Meerdere talkshows zochten contact omdat ze ons aan tafel wilden hebben, en hier ben ik weken van tevoren al over in gesprek gegaan. Praatprogramma’s willen graag exclusiviteit bedingen, maar onze directeur, Eppo van Nispen, schuift regelmatig bij Op1 aan. Dit leverde dus heel wat gepuzzel op. Je denkt met de programma’s mee over andere gasten en een mooie invulling van het gesprek, maar uiteindelijk ben je bij talkshows toch afhankelijk van de waan van de dag en zijn niet alle plannen doorgegaan. Toch hebben we maar mooi op de openingsavond onze directeur, Ad Visser en de Frogers aan tafel gehad bij Op1.
Wat heeft de toekomst in petto?
In het vorige museum hebben we meer dan 3 miljoen unieke bezoekers mogen verwelkomen tussen 2006 en 2020. Dat is nu weer een mooi streven natuurlijk. Met alle publieksprogramma’s, evenementen en nieuws uit het archief blijft er voor mij genoeg te communiceren de komende tijd, er staat nog heel wat op stapel.
Ons belangrijkste project voor de komende jaren heeft als werktitel De Schatkamer. We gaan ervoor zorgen dat ons archief nog veel breder te raadplegen valt dan nu het geval is. Iedereen moet toegang hebben tot de schitterende Schatkamer die we hier beheren. Als consument kun je nu ook al een gedeelte van ons archief raadplegen, maar het is op dit moment vooral nog bedoeld voor mediamakers. Daar gaan we verandering in brengen.
Al met al was de opening van het nieuwe Mediamuseum een geweldige start voor mij bij Beeld & Geluid. Een unieke en onvergetelijke ervaring waarvan ik veel heb geleerd. Ik kijk uit naar wat er komen gaat!